Deze preek is vertaald vanuit het Engels. De originele versie staat onderaan:
Het specifieke doel van onze Religieuze Familie is de evangelisatie van de cultuur. Het is onze missie om Jezus Christus te presenteren als de vervulling van de werkelijk menselijke cultuur, door zijn genade aan alle mensen te brengen. De woorden van paus Johannes Paulus II klinken in ons door: “Voor het eerst sinds de geboorte van Christus, die tweeduizend jaar geleden plaatsvond, is het alsof Hij geen plaats meer vindt in een steeds meer geseculariseerde wereld.”[1]. De hedendaagse cultuur beweert dat God “niet op zijn plaats is” omdat Hij te serieus en te veeleisend is. De ontkenning van deze “te zware” wereld wordt gevolgd door de schepping van een virtuele wereld - waarin inspanning, opoffering, strijd en hoop overbodig zijn. In plaats daarvan worden onverschilligheid, hedonisme en geloof in het onmiddellijke geïnstalleerd. Het is een virtuele wereld voor de mens die de echte wereld niet kan verdragen. G. K. Chesterton schreef: “Het probleem van het niet geloven in God is niet dat een mens uiteindelijk in niets gelooft. Helaas, het is veel erger. Hij gelooft uiteindelijk alles.”
Het belangrijkste slachtoffer van dit ongeloof is de mens zelf, die verminkt achterblijft en in zijn menselijkheid wordt aangetast. Daarom waarschuwde paus Benedictus XVI ons: “Deze secularisatie is niet alleen een externe bedreiging voor gelovigen, maar manifesteert zich al enige tijd in het hart van de Kerk zelf. Ze verstoort het christelijk geloof grondig van binnenuit en bijgevolg ook de levensstijl en het dagelijks gedrag van de gelovigen...”[2] Als de Kerk in haar prediking slechts modieuze uitspraken imiteert, als ze de gewoonten van de samenleving niet uitdaagt, als ze de mensen niet uitdaagt om een definitieve beslissing te nemen, als ze een “christelijke beschaving” predikt zonder Christus, als de Eucharistie een banket is maar geen offer; dan is ze niet langer het Lichaam van Christus.
Paus Paulus VI benadrukte terecht: “Maar al te vaak en in verschillende vormen horen we zeggen dat het voorstellen van een waarheid, bijvoorbeeld die van het evangelie, of het voorstellen van een weg, zelfs die van het heil, een geweldpleging is tegen de godsdienstvrijheid... Het zou zeker een vergissing zijn om iets op te leggen aan het geweten van onze broeders. Maar aan dat geweten de evangelische waarheid en het heil voorstellen dat Jezus Christus biedt, met volledige duidelijkheid en met absoluut respect voor de vrije keuzes die het dan kan maken, is verre van een aanval op de godsdienstvrijheid, het is een eerbetoon aan deze vrijheid... De respectvolle verkondiging van Christus en zijn koninkrijk is meer dan het recht van de de evangeliseerder; het is zijn plicht. Het is ook het recht van zijn medemensen om van hem de verkondiging van de Blijde Boodschap van het heil te ontvangen.”[3] “Laten we daarom onze geestelijke vurigheid bewaren. Laten we de zoete en troostende vreugde van evangelisatie bewaren, zelfs als we in tranen moeten zaaien. Laten we dat doen zoals Petrus en Paulus, zoals de vele missionarissen die elkaar zijn gevolgd in de geschiedenis van de Kerk. Moge dit de grootste vreugde van ons religieuze leven zijn. En moge de wereld van vandaag het de Blijde Boodschap ontvangen, niet door missionarissen die ontmoedigd, ongeduldig of angstig zijn, maar door dienaren van het Evangelie, wier leven de vurigheid uitstraalt van hen die allereerst de vreugde van Christus hebben ontvangen en die bereid zijn hun leven te wijden aan de taak om het koninkrijk van God te verkondigen.”[4]
We weten dat “de nieuwe evangelisatie stuit op het moeilijke obstakel van onverschilligheid. In veel van de landen waar we geroepen zijn om missiewerk te doen, zien we inderdaad de zorgwekkende afwezigheid van praktiserende gelovigen, en in plaats daarvan onverschilligheid en onwetendheid over de waarheden van het geloof. En toch is religieuze onverschilligheid geen ondoordringbare muur: zelfgenoegzaamheid geeft geen voldoening; integendeel, vaak veroorzaakt het angst en voedt het de angsten van de moderne mens, vol twijfels en vragen. Zonder aarzelen moeten we Christus aan de mensen verkondigen.”[5]
In het licht van de zogenaamde “eclips van het heilige” zien we dus de groeiende behoefte aan religieuze ervaring. We kunnen niet ontkennen dat het verlangen naar God geworteld is in de diepten van ieder mens, geschapen naar het beeld en de gelijkenis van God. Het evangelie van Johannes zegt ons: “We moeten leren in de wereld te zijn, ‘zonder van de wereld te zijn’.” We moeten naar de culturen van de mensen gaan om ze te genezen en te verheffen met de kracht van het evangelie. Daarom was, is en blijft het onze taak “om met gulheid en in overvloed de rijkdom van het Evangelie aan ieder mens aan te bieden”. Paus Johannes Paulus II heeft vaak onderwezen dat God niet de rivaal van de mens is, maar de borg van zijn vrijheid en de bron van zijn geluk.“God doet de mens groeien door hem de vreugde van het geloof, de kracht van de hoop en de vurigheid van de liefde te geven”[6].
Beste broeders en zusters, als we de gevaren, aanvallen en kwaden zien die de Kerk vandaag de dag beangstigen, moeten we niet bang worden voor het voortbestaan van de Kerk.
Laten we altijd voorwaarts gaan in de overtuiging dat, zoals Christus zelf ons verzekerde: “Jij bent Petrus, en op deze rots zal ik mijn Kerk bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen.”
Christus is de volheid van alle authentiek menselijk leven en cultuur. Het doel van onze religieuze familie is om Jezus Christus te laten zien als de volheid van alle authentiek menselijke cultuur, door zijn genade aan alle mensen te brengen. Mogen onze inspanningen steeds grootmoediger zijn om van het geloof cultuur te maken. Laten we aan Maria, Moeder van de Kerk, al onze missionarissen toevertrouwen die in Nederland en in zoveel delen van de wereld streven naar evangelisatie van de huidige cultuur.
[1] JPII, Boodschap voor het Algemeen Kapittel van de Orde der Predikheren, 28/06/2001.
[2] Benedictus XVI, Toespraak tot de deelnemers aan de plenaire vergadering van de Pauselijke Raad voor Cultuur, 08/03/2008.
[3] Paulus VI, Apostolische Exhortatie Evangelii Nuntiandi, 79.
[4] Evangelii Nuntiandi, 80.
[5] JPII, Aan de priesters en religieuzen in Vicenza, 08/11/1991.
[6] JP II, Toespraak tot het Internationale Congres over het thema ‘De uitdaging van het secularisme en de toekomst van het geloof op de drempel van het derde millennium’, 02/12/1995
--------
Originele versie:
The specific aim of our Religious Family is the evangelization of the culture. Our mission is to propose Jesus Christ as the fullness of all authentically human culture, bringing His grace to all men. The words of Pope Saint John Paul II resonate in us: “For the first time since the birth of Christ, which happened two thousand years ago, it is as if He no longer finds a place in an increasingly secularized world”[1]. Contemporary culture claims that God is “out of place” because He is too serious and too demanding. Then the denial of this overly arduous world is followed by the creation of a virtual world – in which effort, sacrifice, struggle, and hope are superfluous. Instead, indifference, hedonism, and faith in the instantaneous are installed in their place. It is a virtual world for a man who cannot bear the real world. G. K. Chesterton wrote, “The problem of disbelieving in God is not that a man ends up believing nothing. Alas, it is much worse. He ends up believing anything.”
The main victim of this disbelief is man himself, who is left mutilated, and diminished in his humanity. That is why Pope Benedict XVI warned us: “This secularization is not only an external threat to believers, but has been manifest for some time in the heart of the Church herself. It profoundly distorts the Christian faith from within, and consequently, the lifestyle and daily behavior of believers…”[2]. If the Church, in her preaching, merely imitates fashionable sayings, if she does not challenge the customs of society, if she does not challenge people to make a definitive decision, if she preaches a “Christian civilization” without Christ, if the Eucharist is a banquet but not a sacrifice; then she is no longer the Body of Christ.
Pope Saint Paul VI rightly insisted: “Too often and in various forms we hear it said that proposing a truth, for example, that of the Gospel, or proposing a way, even that of salvation, is a violence committed against religious freedom… It would certainly be a mistake to impose anything on the conscience of our brothers. But proposing to that conscience the evangelical truth and the salvation offered by Jesus Christ, with complete clarity and with absolute respect for the free choices that it can then make—far from being an attack on religious freedom, is a tribute to this freedom… The respectful presentation of Christ and His kingdom is more than the evangelizer’s right; it is his duty. It is likewise the right of his fellow men to receive from him the proclamation of the Good News of salvation.”[3]
Let us, then, preserve our spiritual fervour. Let us preserve the sweet and comforting joy of evangelization, even when we must sow in tears. Let us do so — like Peter and Paul, like the multitude of missionaries who have followed, one after another, throughout the history of the Church — May this be the greatest joy of our consecrated lives. And may the world today receive the Good News, not through missionaries
who are discouraged, impatient or anxious, but through ministers of the Gospel, whose lives radiate the fervour of those who have received, first of all, the joy of Christ, and who are willing to dedicate their lives to the task of announcing the kingdom of God.”[4]
We know that: “the new evangelization encounters the difficult obstacle of indifference. In fact, in many of the countries where we are called to do missionary work, we note the worrying absence of religious practice, coupled with indifference and ignorance of the truths of the faith. And yet, religious indifference is not an impenetrable wall: self-sufficiency does not satisfy; quite often, on the contrary, it causes anguish, and feeds the fears of modern man, full of doubts and questions. Without hesitation, we must proclaim Christ to the people.”[5] Thus, in the face of the so-called eclipse of the sacred, the growing need for religious experience is manifested. We cannot deny that the nostalgia for the Absolute is rooted in the depths of each human being, created in the image and likeness of God. The Gospel of John tells us, “We must learn to be in the world, ‘without being of the world.’” We must go to the cultures of man to heal them and elevate them with the strength of the Gospel. For this reason, our task has always been, is, and will be, “to offer with generosity and in abundance the richness of the Gospel to every man.” Pope Saint John Paul II long taught that God is not man’s rival, but the guarantor of his freedom and the source of his happiness. “God makes man grow by giving him the joy of faith, the strength of hope, and the fervour of love.”[6]
Dear brothers and sisters, Seeing the dangers, attacks, and evils that shake the Church today should not lead us to fear for the Church. Let us always go forward convinced that, as Christ Himself assured us, “You are Peter, and on this rock, I will build my Church, and the gates of hell will not prevail against it.”
Christ is the fullness of all authentically human life and culture. The purpose of our religious family is to propose Jesus Christ as the fullness of all authentically human culture, bringing His grace to all men. May our efforts be ever more generous in making faith become culture. Let us entrust to Mary, Mother of the Church, all our missionaries who in Holland and in so many parts of the world strive to evangelize today’s culture.
[1] JPII, Message for the General Chapter of the Order of Friars Preachers, 28/06/2001.
[2] Benedict XVI, Address to the participants in the plenary assembly of the Pontifical Council for Culture, 08/03/2008.
[3] Paul VI, Apostolic Exhortation Evangelii Nuntiandi, 79.
[4] Evangelii Nuntiandi, 80.
[5] JPII, To the priests, religious men and women in Vicenza, 08/11/1991)
[6] JP II, Address to the International Congress on the theme, “The challenge of secularism and the future of faith on the threshold of the third millennium,” 02/12/1995
Comentários